|
|
|
|
Was Mij
er staat een klein en donker huis
aan het einde van de straat
niemand loopt er langs
maar men weet dat het er staat
en dat er vroeger lampjes hingen
dat het er warm was en gezellig bovendien
dat je de kinderen hoorde zingen
maar niemand lijkt het nog te weten of te zien
was mij, omarm mij, ontdooi mij,
krab het ijs van mijn ramen
laat de wereld weer zien wie ik, was mij,
wie wast?
niemand weet precies
wat er daar binnen is gebeurd
de muren zijn te dik
en gesloten lijkt de deur
toch is een lichtje aangelaten
voor wie de moeite neemt en echt naar binnen kijkt
lijkt het zachtjes terug te praten
en is het net alsof een hand naar buiten reikt
was mij, omarm mij, ontdooi mij,
krab het ijs van mijn ramen
laat de wereld weer zien wie ik
was mij, verlos mij, ontdoe mij,
laat de stilte de weer horen
en de liefde weer voelen
wie ziet mij wie hoort mij
wie wast mij?
er zit een klein en donker kind
met zijn voeten in het zand
het vuur ligt aan zijn zij
en het bloed zit aan zijn hand
genees me en heel me
omhels en omarm me
ontdoe en verlos me
ontdooi en verwarm me en
was mij
begrijp me vergeef me
verwoord en beleef me
breek af en herbouw me
geloof en vertrouw op mij
was mij
wie wast mij?
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
wie wast mij?
was mij
geloof en vertrouw op mij
breek af en herbouw me
verwoord en beleef me
begrijp me vergeef me
was mij
ontdooi en verwarm me en
ontdoe en verlos me
omhels en omarm me
genees me en heel me
en het bloed zit aan zijn hand
het vuur ligt aan zijn zij
met zijn voeten in het zand
er zit een klein en donker kind
wie wast mij?
wie ziet mij wie hoort mij
en de liefde weer voelen
laat de stilte de weer horen
was mij, verlos mij, ontdoe mij,
laat de wereld weer zien wie ik
krab het ijs van mijn ramen
was mij, omarm mij, ontdooi mij,
en is het net alsof een hand naar buiten reikt
lijkt het zachtjes terug te praten
voor wie de moeite neemt en echt naar binnen kijkt
toch is een lichtje aangelaten
en gesloten lijkt de deur
de muren zijn te dik
wat er daar binnen is gebeurd
niemand weet precies
wie wast?
laat de wereld weer zien wie ik, was mij,
krab het ijs van mijn ramen
was mij, omarm mij, ontdooi mij,
maar niemand lijkt het nog te weten of te zien
dat je de kinderen hoorde zingen
dat het er warm was en gezellig bovendien
en dat er vroeger lampjes hingen
maar men weet dat het er staat
niemand loopt er langs
aan het einde van de straat
er staat een klein en donker huis
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
WWas MMij |
| as ij |
| aWs iMj |
| aas jij |
| aWas jMij |
| Waas Mjij |
| 3as kij |
| 3Was kMij |
| W3as Mkij |
| das nij |
| dWas nMij |
|
Wdas Mnij |
| eas Miij |
| eWas Mj |
| Weas Mji |
| sas Mjj |
| sWas |
| Wsas Mijj |
| 2as M9j |
| 2Was M9ij |
| W2as Mi9j |
| qas Mlj |
|
qWas Mlij |
| Wqas Milj |
| Moj |
| Ws Moij |
| Wsa Mioj |
| Wzs Mkj |
|
|
|
|
|
|
|
|
|