|
|
|
|
Spijt
Geen werk en geen geld,
in 't leven was ik ook nog nooit een held,
en nooit dacht ik aan jou,
daarvan heb ik nu berouw.
Maar de rollen draai ik om,
naar al mijn beste vrienden kijk ik niet meer om,
zij hielden van mijn centen,
nu voel ik mij gepikt en dom.
Maar toch bleef jij me trouw,
je zei me steeds er is er één die houdt van jou,
ik heb geen geld maar ik ben rijk met zo'n vrouw,
jij bent de vriend die ik vertrouw.
Zo eerlijk en oprecht,
zo één die voor haar man en kinderen vecht,
ach met jou zit ik nog lang niet zo slecht,
wat moet ik zonder jou.
Ik was een egoïst,
die nooit z'n vrouw, z'n kinderen heeft gemist,
ik woonde in de kroeg,
nee, nooit had ik genoeg.
Maar toen ik voor je stond,
je schold niet, ik kreeg zelfs geen grote mond,
je leek toen net een meisje,
dat haar liefste pop weer vond.
Dat zal ik nooit vergeten,
wat ik jou nu zeg dat zijn geen loze kreten,
jij bent nummer één, dat mag je heus wel weten,
nee, nooit ga ik meer weg.
Ik blijf altijd bij jou,
ik ben dan weer je man en bent weer m'n vrouw,
ik zeg 't nooit maar ik hou heel veel van jou,
lieve schat, ik blijf je trouw.
Wat ik jou nu zeg, dat zijn geen loze kreten,
nooit ga ik weer weg, dat mag je heus wel weten,
ik blijf echt bij jou,
nooit laat ik jou alleen.
We zijn nog sterk en jong.
al m'n fouten, ach we lachen er nu om,
zoveel vrienden, dacht ik, ach wat was ik stom,
jij bent mijn nummer één.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
jij bent mijn nummer één.
zoveel vrienden, dacht ik, ach wat was ik stom,
al m'n fouten, ach we lachen er nu om,
We zijn nog sterk en jong.
nooit laat ik jou alleen.
ik blijf echt bij jou,
nooit ga ik weer weg, dat mag je heus wel weten,
Wat ik jou nu zeg, dat zijn geen loze kreten,
lieve schat, ik blijf je trouw.
ik zeg 't nooit maar ik hou heel veel van jou,
ik ben dan weer je man en bent weer m'n vrouw,
Ik blijf altijd bij jou,
nee, nooit ga ik meer weg.
jij bent nummer één, dat mag je heus wel weten,
wat ik jou nu zeg dat zijn geen loze kreten,
Dat zal ik nooit vergeten,
dat haar liefste pop weer vond.
je leek toen net een meisje,
je schold niet, ik kreeg zelfs geen grote mond,
Maar toen ik voor je stond,
nee, nooit had ik genoeg.
ik woonde in de kroeg,
die nooit z'n vrouw, z'n kinderen heeft gemist,
Ik was een egoïst,
wat moet ik zonder jou.
ach met jou zit ik nog lang niet zo slecht,
zo één die voor haar man en kinderen vecht,
Zo eerlijk en oprecht,
jij bent de vriend die ik vertrouw.
ik heb geen geld maar ik ben rijk met zo'n vrouw,
je zei me steeds er is er één die houdt van jou,
Maar toch bleef jij me trouw,
nu voel ik mij gepikt en dom.
zij hielden van mijn centen,
naar al mijn beste vrienden kijk ik niet meer om,
Maar de rollen draai ik om,
daarvan heb ik nu berouw.
en nooit dacht ik aan jou,
in 't leven was ik ook nog nooit een held,
Geen werk en geen geld,
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SSpijt |
| pijt |
| pSijt |
| zpijt |
| zSpijt |
| Szpijt |
| wpijt |
| wSpijt |
| Swpijt |
| dpijt |
| dSpijt |
|
Sdpijt |
| epijt |
| eSpijt |
| Sepijt |
| xpijt |
| xSpijt |
| Sxpijt |
| apijt |
| aSpijt |
| Sapijt |
| Sppijt |
|
Sijt |
| Sipjt |
| S0ijt |
| S0pijt |
| Sp0ijt |
| Slijt |
| Slpijt |
| Splijt |
| Soijt |
| Sopijt |
| Spoijt |
|
Spiijt |
| Spjt |
| Spjit |
| Spjjt |
| Spjijt |
| Spijjt |
| Sp9jt |
| Sp9ijt |
| Spi9jt |
| Spljt |
| Spiljt |
|
Spojt |
| Spiojt |
|
|
|
|
|
|
|
|
|